Zoals de wijknaam'Stadsweiden' al aangeeft lagen hier in het verleden de weiden van de stad. Deze weiden waren tot 1976 in gemeenschappelijk gebruik van boeren in Harderwijk. In dit grote gebied stond zo goed als geen bebouwing. De boerderijen stonden in de stad, de zogenaamde stadsboerderijen. In 1911 en later in 1921 begon de gemeente met bouwen van boerderijen, buiten de stadsmuren voor de 'kruigwagen boertjes'. Deze boerderijen zijn nog te zien in het Nachthok (naast het station)
Tegen de binnenstad aan lag de Voorste Wei, terwijl bij de vroegere Weisteeg (tevens voormalige gemeentegrens) de Achterste Wei lag. Daar tussenin bracht vroeger het vee de nacht door in het Nachthok. Na de aanleg van Wittenhagen en Stadsdennen voorziet een groeiend Harderwijk een verdere groei in de richting van de stadsweiden. Met de vaststelling van het globale bestemmingsplan 'Stadsweiden' op 1 oktober 1970, kan met de ontwikkeling van de wijk worden begonnen. Van begin jaren zeventig tot midden jaren tachtig wordt de wijk in fasen (blokken) gebouwd. Tot de bouw van Drielanden is het de grootste wijk van Harderwijk en telt nu circa 8.000 inwoners.
Bouwfasen
Met het bouwrijp maken van Stadsweiden is vanaf 1973 een start gemaakt op basis van het bestemmingsplan uit 1970. Vervolgens is in een tijdbestek van ruim 10 jaar de wijk gefaseerd tot stand gekomen. In totaal zijn zo zes woonbuurten ontstaan (kaart 2.1). Begonnen is met de Hanzewaard, waarna de Scheepswaard, Stromenwaard en de Stedenwaard volgden. In 1977 wordt gestart met de bouw van het winkelcentrum. Vanaf 1979 volgen de laatste twee buurten: Vogelwaard en Weidewaard.
Cultuurhistorie
Buiten de naamgeving verwijst vrijwel niets meer in de wijk naar het voormalige weidegebied van de gemeente Harderwijk. Stadsweiden bestond voornamelijk uit weiland dat aan de waterkant werd begrensd door rietkragen. Dwars door de wei liep een pad. Langs dit pad stonden bomen (elzen). Delen van de rietkraag en van het pad zijn bewaard gebleven (bij Weideheem ter plaatse van de dierenweide, via het Blankenhampad naar Edampad). Voor een gedeelte is hier ook sprake van de oorspronkelijke beplanting. Cultuurhistorische lementen komen vrijwel niet voor. Dit is mede een gevolg van het ontbreken van bebouwing in het gebied. Alleen de Stadswei functioneerde als ontsluitingsweg, dwars door het gebied.
De huidige Stadswei lijkt in profiel en verkeersintensiteit echter in geen enkel opzicht meer op het vroegere landbouwweggetje. Ook in landschappelijk opzicht is weinig bewaard gebleven. Het meest opvallende bouwwerk met een zekere cultuurhistorische waarde was de Villa Schuit aan de Voorste Wei. Deze villa behoorde bij de vroegere
kwekerij 'Schuit' en stond aan het einde van de Weiburglaan naast de Het Nachthok. Het pand is gesloopt en is in aangepast vorm teruggebouwd.
De vier waardevolle bomen blijven hierbij bewaard.
De twee militaire bunkers in het zuidelijke deel van de oeverstrook langs het Wolderwijd hebben de status van gemeentelijk monument.
Bron: Bestemmingsplan Stadsweiden 2011 (30 juni 2011)
1482 April 14. Schepenen en Raad besluiten jaarlijks een dijkgraaf en twee heemraden aan te stellen, die de Oostermeden, het omliggende land, de beek en de graven moeten schouwen en onderhouden, hetgeen tot dusver de stadsweidemeesters hebben gedaan.
1523 Januari 26. Het aantal koeien, dat de schepenen en de gemeente burgers op de stadsweide mogen weiden, vastgesteld. Van dit recht zijn uitgesloten de kloosters en de buiten de stad wonende burgers.
1694 November 2. Vergunning gegeven tot het graven van een tochtsloot, schietende uit den Tonselerweg door en langs de achterste stadsweide en de jurisdictie van Ermelo, naar de zee en door de weisloot uitwaterende in de stadsgracht
1702 Februari 15. Schepenen en Raad besluiten den weg aan de stadsweide door te laten trekken tot Tonsel.
1743 September 6. De stadsweide wordt door een wandelpad gescheiden in een voorste- en achterste gedeelte
1747 Groote sterfte onder het vee in de stadsweide.
1798 Mei II en 24. De afzonderlijke kassen van de stadsweide, de bona vacantia en de straat- en serviesgelden opgeheven en het beheer ervan opgedragen aan de 'stadsrentmeesters.
1811 Juli 22. Aan den Prefect in het Departement van den Boven-Ijssel, op zijn aanschrijving van I I Juni no. 7, voorgesteld een stuk van de stadsweide te bestemmen tot begraafplaats.
1889 Februari 8-9. Geduchte Noordwesterstorm. De wellen, stadsweide, singels en straatweg onder water; een stuk van de groote steenen zeewering bij het badhuis weggeslagen; ook schade aan de steenen glooiingen bij de brug en de haven. Zware boomen in de Plantage ontworteld.
1955 3 mei. In de stadsweiden worden 300 koeien ingeschaard
Bron: Kroniek van Harderwijk 1231-1799